137 theorieën over de kadastrale stelsels van den Heer RAEVEN. Hij late de verbetering van het kaartenmateriaal over aan het dienstvak, dat de kaarten vervaardigde en bemoeie zich niet met de uitvoering van de zorgvuldig bestudeerde en overwogen maatregelen (waartoe o.m. behoort het uitreiken der meet- bewijzen aan de bezitters), opgedragen aan den Topografischen dienst, dus aan hen die met beide voeten in de practijk staan en nimmer nalieten om zich ter voorlichting van zuiver kadastraal-technische vraagstukken tot de meest bevoegden bij den Kadastralen dienst te wenden. Het doel der individueele uitmetingen is niet om een grond slag te leggen voor een op Westersche leest geschoeid rechts- kadaster, doch slechts om te komen tot een registratie van het Inlandsch grondbezit, welke nog jaren zal voldcen aan de in de Inlandsche maatschappij gestelde eischen, zender daarbij haar draagkracht te overschrijden Ik wil eindigen met dezelfde vraag als die, welke de Heer LAMSTER in zijn bovenvermeld artikel in de Java-Bode ten slotte stelt: „Welk voordeel meent de Heer RAEVEN nu met zijn artikel te bereiken door het daarvoor aanbevolen stelsel, waarvan de proeven op afdoende wijze de uitvoerbaarheid volkomen hebben aangetoond, af të breken, door het stellen van Westersche eischen, waarvan hij zelve weet, althans weten moet, dat zij de draagkracht der bevolking verrte overschrijden?" Het Hoofd van den Top. dienst, L. F. VAN GENT. Weltevreden, 14-11-1923.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1923 | | pagina 37