149 Toen in het begin van deze eeuw ter sprake kwam de overgang van de landrentemetingen van den kadastralen naar den Topografischen dienst, heeft de toenmalige commis sie eene berekening gemaakt van de gemiddelde kosten der kadastrale landrentemetingen over het vijfjarige tijdvak van 1897-1901 en bleek dat in deze periode voor een bedrag van ongeveer een en een kwart millioen gulden, rond 600.000 bouw waren opgemeten, gemiddeld zijnde ongeveer 2.04 per bouw. Neemt men nu in aanmerking, dat van een groot deel van de droge bouwgronden de landrente-opbrengst niet meer dan 0.25 gld. per bouw bedroeg, en dus alleen de metingen dier goedkoope bouwgronden de landrente-opbrengst van onge veer 8 jaar verslonden, dan kan men begrijpen, dat men naar middelen omzag om aan dezen oneconomischen opzet een einde te maken 1). Niet alleen dat bij G. B. van Aug. 1879 No. 75 G. B. 5 Nov. 1896 No. 4 de voorschriften herhaaldelijk gewijzigd werden in de hoop eene meer economische werkwijze te er langen, doch ook later gelastte de hoofdinspecteur van de cultures nog meermalen verandering van systeem, zonder dat het mogelijk bleek om bevredigende resilltaten te bereiken, zoodat men tenslotte de metingen aan den Topografischen dienst overgaf, welke in eene goede tiental jaren op zeer bevredigende wijze een einde aan de misère maakte. Met deze en andere cijfers voor oogen vroegen wij dan ook wat de heer R. dan meende te mogen verwachten van een nog veel kostbaarder individueele uitmeting op Zear terecht protesteerde onlangs de Europeesche landbouw er tegen, dat de theebelasting door de belasting-administratie geheel opgeadministreerd werd, slechts weinigen weten zich nog te herin neren, dat dit zelfde bureaucratisch spelletje op het einde der vorige eeuw reeds met de landrentegelden van vele bouwgronden der bevolking heeft plaats gehad. Wij spreken hierbij nog niet eens van de gevallen waarbij de meetkosten maar eventjes een bedrag van zes gulden de bouw bedroegen!

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1923 | | pagina 49