153 van zelf; maar overigens kunnen wij hem gerust stellen, dat wij heusch niet de leek zijn, waarvoor hij ons meent te moeten houden, alleen omdat wij voor een dispuut over een onvrucht baar onderwerp (een voorstel voor welks uitvoering de toestanden op lange na niet rijp zijn, en waarvoor de fondsen bovendien ontbreken) niet te vinaen zijn. Onze jarenlange ervaring bij de behandeling van de kada strale landrente-erfenis heeft ons een op ptactische ervaring gebaseerd inzicht gegeven in de werkwijze van den kadastralen dienst bij de kaarteering van de bevolkings-bouwgronden op Java. Eene werkwijze, die niet anders kon, dan met absolute zekerheid voeren naar de bekende débacle in be* begin dezer eeuw. Men begrijpe ons niet verkeerd, wij bedoelen niermede niets onvriendelijks, iedere tak van dienst' heeft nu eenmaal zijne eigen werkwijze, die moet worden aangepast aan de algemeene eischen door het speciale werk van dien dienst gesteld. En de heer R. deed verstandiger door de waarheid hiervan te erkennen, en zich er bij neer te leggen, dat reeds lang en af doende bewezen is, dat voorshands de meting en registreering van de bevolkings-bouwgronden tehuis hoort bij den Topogra- fischen dienst en nergens anders De goede gang van zaken bij deze werkzaamheden wettigt' dan ook in geen enkel op zicht zijne op losse gronden gebaseerde bemoeienis met de uitvoering van eene organisatie, die jaren lang ernstig bestu deerd en overwogen is door op het' betrokken gebied terzake kundige mannen, die de practijk van het vraagstuk in zijn vollen omvang beheerschen. Van ganscher harte en grondig hopen wij dan ook, dat, vooral in dezen tijd van financieele depressie, de regeering op den ingeslagen weg moge voortgaan, en de bevolking van Java nog vele jaren moge gespaard blijven voor de druktcende finan cieele consequenties, welke onafscheidelijk aan de zegeningen van een Torrens of soortgelijk systeem verbonden zouden zijn. I

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1923 | | pagina 53