107 Nu komt hier de Heer v G, wel beweren, kit het Hoofd van den Top. dienst zich op juridisch terrein geheel onzijdig hield. Om echter aan te toonen, dat de Heer v. G. het met die onzijdigheid niet zoo heel nauw neemt, zou ik kunnen verwijzen naar de beschouwingen bladz. 76 t|m 83, doch beter lijkt het mij hier enkele zinsneden aan te halen A. bladz. 76 regel 5 van onderen lezen we: „Vooraf moet „ik opmerken, dat ik de voorkeur, die bij Mr. Jaarsma in „aansluiting met de door hem aangehaalde publicaties van „den Heer van der Linden naar het positieve stelsel uit- „gaat, niet in alle opzichten kan deelen. Liever sluit ik mij „aan bij de Redactie van enz." B. bladz, 79 over uitwijzing van bezitsrecht sprekende: „Men „vraagt zich af, waartoe is deze regeling noodig? Ik wil „nog verder gaan en vragen: is uitwijzing wel gewenscht?" Waar de Heer v. G. elders in de brochure zegt „de vraag stellen is haar beantwoorden", daar vraag ik tJp mijn beurt, is dit alles onzijdigheid op juridisch terreinv C. bladz. 80„Voorhands voldoet in de Inlandsche maat schappij de openbaarheid, verkregen door de bemoeienis „van het dessa(adat)hoofd met de transacties nog aan de „door den Inlandschen grondbezitter gestelde eischen". En verder: „Als zijnde praematuur is vooralsnog alle verdere „drang naar eene volkomen grondboekhouding, hetzij „negatief of positief, te vepoordeelen. Hiermede, zal een „voldoend bewijsmateriaal zijn gekregen". Ik vraag weer „voor wat?" Allemaal onzijdigheid op juridisch terrein en daarom „het stelselloos stelsel", waarvan de Heer v. G. op bldz.'83 zeide„Wel is waar verschaft het niet de mate van zeker- „heid welke het Ind. Eigendomskadaster (aan de Euro- „peesche rechten op den grond) geeft, doch voor het Hol- „landsche kadaster doet het aan innerlijke waarde niet „onder". Ook weer technische, juridische en administratieve

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1923 | | pagina 7