17
In het kort zou de organisatie op het volgende neerkomen:
Alle of het meerendeel der banken richte een „Hypotheek
bank voor Indië" op met een kapitaal van 10 millioen om te
beginnen/Hiervan zou door de banken 10 pCt. 'gestort moeten
worden, d.i. één millioen. Men zou dan kunnen werken met
een gestort kapitaal van één millioen gulden en 100 millioen
aan pandbrieven.
De aaxideelen zouden naar evenredigheid van het
geplaatste kapitaal door de banken kunnen verdeeld worden.
Het bestuur en de commissarissen zouden door de banken
kunnen aangewezen worden.
Die hypotheekbank zou kunnen werken over geheel Indië
en zich alleen moeten belasten met het geven van vaste
hypo tl: eek en bouwcredieten. De voordeelen, die thans geno
ten worden door het verstrekken van bouwcredieten, blijven
de banken aldus behouden. De pandbrieven ztlllen gemak
kelijker te plaatsen zijn, omdat een korte looptermijn kan
genomen worden en het publiek zal dan liever deze stukken
koopen, dan zijn gespaarde penningen bij eeïi spaarbank
deponeeren, omdat behalve het hypothecair onderpand, tevens
het op de aandeelen niet-gestort-kapitaal ad 9.000.000, in
het bezit is van solvabele aandeelhouders en tot zekerheid
strekt der uitgegeven pandbrieven. Bij een zoodanigen opzet
is economische exploitatie mogelijk, omdat men over een
deskundig beheer kan beschikken en het toezicht niet te
wenschen behoeft over te laten;
Bezwaren zijn aan deze monopoliseering niet verbonden,
omdat altijd concurrentie door ander kapitaal mogelijk blijft.
Het publiek is er mede gebaat en voor de banken zijn er
niet te versmaden voordeelen aan verbonden.
Schrijver kon op 12 Januari 1923, toen deze woorden uit
zijne pen vloeiden, niet vermoeden, dat deze geschetste opzet
door de debacle der Incasso- en Nutsspaarbank te Soerabaia
reeds zoo spoedig werkelijkheid zou worden. Voornoemde