22. terug te betalen, of wel omdat gebruik makende van des schuldenaars onkunde, een overeenkomst op schrift wordt gesteld luidens welke het goed is verkocht. Eveneens zijn de idjon- en maro-contracten nadeelig, aangezien het te verwachten product van te voren verre beneden de markt waarde is toegezegd aan den schuldeischer. Tot bedoelde onereuse overeenkomsten behooren mede verkoop (schijnkoop) van vee, samengekoppeld met een huurovereenkomst. Vernuftig is ook die vorm van overeenkomst ingevolge welke de grondbezitter zijn grond bij een wettig aangegaan contract verhuurt aan een Inlander of een niet-Inlander een a twee jaren vóór de oplevering daarvan, om dien tegen het aanbreken van dat oogenblik opnieuw te verhuren tegen soms den dubbelen prijs, hetzij aan den eigenaar, hetzij aan een derde. In de laatste jaren is een meer helder licht opgegaan over den vorm en het voorkomen van dergelijke overeenkomsten en is gebleken, dat de Inlandsche maatschappij op zeer groote schaal onder die overeenkomsten gebukt gaat. In vele dessa's zijn nagenoeg alle klapperboomen en bouwgronden verpand. Het uiterst veelvuldig voorkomen van die overeenkomsten is een onbedriegelijk teeken van schaarschte van op billijke voorwaarden beschikbaar geld. Men moge veelal maar al te eenzijdig, de geneigdheid van den Inlander tot leenen veroor- deelen, het betreuren, dat hij voor niet altijd nuttige oogmerken geld opneemt op de meest nadeelige voorwaarden; maar al te vaak is de oorzaak daarvan de wensch om te voldoen aan werkelijken geldnood, een geldnood, welke ongetwijfeld deels wortelt in gemis aan overleg en spaarzin, echter juist door dat gemis tot eene soms bedenkelijke hoogte stijgt. Men veroordeele trouwens dat gemis aan spaarzin en overleg niet te spoedig bij een voornamelijk landbouw- drijvend volk, dat er op is aangewezen om de dikwijls slechts eens, hoogstens twee malen 's jaars uit geregelden landbouw genomen wordende inkomsten over een geheel jaar te ver- deelen, een vraagstuk alleen op te lossen voor lieden, die in staat zijn eene begrooting op te maken en voorts de wilskracht bezitten om zich daaraan te houden; eigen schappen, welke redelijkerwijze niet bij de groote massa mogen worden verondersteld.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1924 | | pagina 22