23
Voorzeker zal de voortschrijdende ontwikkeling ook niet
nalaten in genoemd opzicht heilzaam te werken; allereerst
echter warde de Inlander, vooral de landbouwer, in staat
gesteld, zijn deerlijk verstoord budget in orde te brengen,
zijn bestaansmiddelen in te lossen en worde hij buiten de
noodzaak gebracht om die opnieuw te verpanden.
Nader beschouwd behoeven de Volksbanken desverlangd
een middel om hare vorderingen zakelijk te verzekeren omdat,
ook al willen zij zulks, aan haar, als Europeesche rechtsper
sonen, de bevoegdheid is ontzegd om pandovereenkomsten
als hooger omschreven, en welke alle neerkomen op het
gebruiken van des Inlanders onroerend goed, te sluiten.
De geldschieter, die, gedreven door een gevoel van huma
niteit, alleen het belang van den debiteur voor oogen heeft,
miste derhalve tot dusver de beschikking over een rechtsmid
del, hetwelk hem in staat stelt om met meer kans op goeden
uitslag den strijd tegen den op eigen belang uit zijnden
mededinger te aanvaarden en uit te vechten.
Bedoeld middel is het openen van de mogelijkheid om
onroerende zaken, welke worden bezeten naar Inlandsch
recht, op wettelijke wijze voor schuld te kunnen verbinden
bij wijze van hypotheek, zoodanig, dat de schuldenaar de
inkomsten van de verbonden goederen kan blijven genieten
en niettemin de schuldeischer (Inlander of niet-lnlander) is
gevrijwaard tegen schade, als een gevolg van verminderde
of verloren credietwaardigheid van den debiteur.
Bedoelde wettelijke regeling is getroffen bij het Koninklijk
Besluit van 6 Juli 1908 (Stbl. No. 542) houdende regeling van
het „Credietverband".
Ten einde misverstand te voorkomen, wordt hier uitdruk
kelijk verklaard, dat die regeling de bevoegdheid van den
Inlander om desverkiezende zijn grond en andere bezittingen,
voorzoover niet reeds met credietverband bezwaard op
Inlandsche wijze aan, een anderen Inlander te verpanden, laat
voortbestaan, (ten onrechte is dit wel eens anders begrepen);
het schenkt hem echter desverkiezende de gelegenheid om
den credieteur een anderen vorm van zekerheidstelling aan
te bieden, welke voor deze voldoende, voor gene aangenamer
en voordeeliger is.
Heeft de wetgever aldus den Inlander credietbevoegder
gemaakt dan voorheen en hem de gelegenheid geopend om
gemakkelijker en bovenal goedkooper te leenen, geenszins mag