28 „de grenzen van ieder stuk zijn vastgelegd door den samen- „hang met de naburige stukken en de kosten zijn miniem, „maar 50 ets. voor een stuk van 217 roe". „Ziehier" zegt Mr. Idema, „het heele plan van Kapitein „Kuiper, frisch gegroeid uit den eigen bodem van Indische „realiteit of eigenlijk toch niet het heele plan. Hij denkt ook „verder door over het gansche kadaster-vraagstuk, dat hij „indeelt in „a. het opmaken van de eigenlijke inventaris van grondstuk ken, bde bevestiging van grondrechten-door uitwijzing, R.) ,,c. rechtszekerheid van derden". „Voor het oogenblik moet al onze aandacht zich concen- „treeren op a., maar ook bij de uitwerking van b. en c. „waardeer ik dienzelfden frisschen kijk, die, wars van politie maatregelen voor iederen verderen stap de overtuiging „eischt, dat Inlandsche bevolking en bestuur dien kunnen „volgen". Ik verwijs thans naar mijn artikel in de 2e en 3e aflevering van jaargang 1923, waar ik mijne opinie over a. heb gezegd en naar de beschouwingen der Bestuursconf eren tie, waar de Heer v. G. het ook over uitwijzing heeft. Ik wil hier echter terloops vermelden, dat de Heer Polderman, Oud-Hoofd van den Kadastralen dienst, naar wien de Heer v. G. verwijst, in een tot mij gericht schrijven verklaart met mijne beschou wingen in voornoemde afleveringen geheel accoord te gaan. Zonder vergunning neem ik met de vrijheid den geheelen inhoud van dit schrijven te publiceeren, evenmin hetgeen Mr. Holleman mij schreef naar aanleiding der toegezonden brochure (overdruk *afl.' 2 en 3 van 1923). Zelfs van hooggeachte Topografische zijde mocht ik bijval ondervinden en schrijft men mij over „de onbekookte plannen van den Top. dienst" en van „gevaarlijk dilettantisme". „Een eerste oordeel over de medewerking van de bevolking

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1924 | | pagina 30