29 „en de activiteit van het Bestuur kan al worden uitgesproken „na eene eerste herziening der individueele uitmeting Een kadaster op juridischen grondslag (een positief Ka daster) vereischt geen herziening doch alleen eene goed georganiseerde bijhouding van splitsingen en overgangen. In mijn eerste artikel heb ik reeds hierop gewezen, dat eem zuiver belasting-kadaster (en dus negatief) juist door de periodiek noodzakelijke herzieningen veel duurder is dan een positief kadaster. Doet het nu niet zonderling aan, dat men tijdens het nemen van proeven reeds spreekt over de „eerste herziening der individueele uitmetingen" Heb ik gelijk gehad hierop de aandacht te vestigen en was dit ook niet de bedoeling van den Heer Bergmeijer toen hij zijne waarschuwende stem'in den Volksraad Het hooren? Wanneer men bij het ontwerpen van een stelsel ten behoeve van een voorgenomen zeer omvangrijk werk, reeds de waar schijnlijkheid eener „herziening" voorziet, dan levert men hiermede, zij het onbewust, toch al een slecht argument voor de deugdelijkheid van den voorgenomen opzet. Bovendien geeft men daarmede blijk den waren aard van een Kadaster op den grondslag van bewijskracht totaal te miskennen. En tot slot zegt Mr. Idema „En nu roep ik terug het beeld van den landraad in actie, „heel die sombere stoet van grondrechtprocedures en vraag me „af in hoeverre met dat kaartje de rechtszekerheid zal zijn „gebaat. Welke waarde mag de rechter daaraan hechten? Het „is een begin van schriftelijk bewijs, dat hij waardeert, naar „de bijzonderheden en betrouwbaarheid van opnemer, desahoofd „en de buren-getuigen. Dankbaar ziet hij dezen stu. aangebracht „onder het wankele gebouw der Inlandsche rechtszekerheid. „Maar overweldigend veel valt nog te doen." „Denk maar eens voor het Inlandsch kadaster alleen de even „belangrijke kant der vastlegging van het subject, waar onze „centrale landrentebureaux nog maar eventjes aan zijn

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1924 | | pagina 31