41
De heer Raeven heeft ontegenzeggelijk een voo;* het land ver
dienstelijk werk verricht door in een zoo uitvoerige en gedocu
menteerde verhandeling aan te toonen, wat o.m. aan de instelling
van een Iniandsch kadaster vastzit, waarvan hij reeds in den
aanhef zegt, dat dit vraagstuk niet te overzien is.
HET NIEUWS VAN DEN DAG 20 November 1923.
Onze stadgenoot, de Heer Raeven, landmeter van het
kadaster te Weltevreden heeft in de jongst-verschenen afle
vering van het Tijdschrift v.h. kadaster in N. Indië een>e
bestrijding gegeven van de plannen van den T,,pografischen
dienstchef inzake de conceptie van een Iniandsch kadaster.
De Heer Raeven zet eens uitvoerig uiteen wat er vastzit
aan kadastreering. Dat men wel een plan kan opzetten als de
Heer v. Gent, het Topografische diensthoofd, wil, maar dat
daarmee millioenen en millioenen gemoeid zijn, zonder dat
men achteraf over het resultaat nog tevreden zal kunnen zijn.
De bekwame en sympathieke schrijver gaat dan na wat
Frankrijk ten deze leerde. Hoe men van 1806 tot 1851 met
kadastreering bezig was, honderden millioenen uitgaf, om ten
slotte tot een kadaster te komen dat niet voldeed.
Weer moest het vernieuwd worden, doch men had leer
geld betaald en de Regeering benoemde eerst eene commissie
welke uit 74 leden bestond, parlements-leden, juristen, tech
nici, financiers, ambtenaren e.t.q.
Nederland kreeg ter zake ook zijn staatscommissie ter
bestudeering van het probleem.
Met de voorbeelden als waarschuwing voor oogen, waar
schuwt de Heer Raeven krachtig tegen het would-be en
onverantwoordelijk drijven van den Top. dienst, welks
millioenen-vergende plannen nota-bene nog een goede ontvangst
bij eene ter zake volslagen ondeskundige Regeering vonden.
DE DWAASHEID VAN EEN INL. KADASTER.