44
SUMATRA-BODE 29 November 1923.
EEN INLANDSCH KADASTER.
De vorige week wezen wij op de verschijning van een
interessant artikel in het „Tijdschrift v.h. kadaster in Ned.-
Indië" van de hand van den heer J. H. Raeven, landmeter
van het kadaster te Weltevreden, waarin de schrijver op het
gevaar wijst van de door den Topografischen dienst voor
gestelde registratie van het Inlandsch grondbezit, welke
millioenen zou kosten en tenslotte tot mislukking gedoemd
zou zijn.
Het artikel van den heer Raeven vond bestrijding door den
heer Lamster in de „Java-bode", die meent, dat de eenvou
dige vraag, waarom het hier gaat deze is„Zijn de millioenen
er, of zijn ze er niet?" en waar het algemeen bekend is dat
ze er niet zijn, ligt het antwoord nog al voor de hand, n.l.
dat overal, waar de bevolking prijs stelt op een individueele
uitmeting en registreering volgens het vereenvoudigde en
toch degelijke Topografische systeem, men tot dergelijke me
ting moet overgaan.
In het kort volstaat de schrijver met de opmerking, dat
ieder die ook maar een greintje begrip heeft van
le. de financieele draagkracht van de Inlandsche bevolking;
2e. de steeds wandelende grenzen van de bevolkingsbouw
gronden (bandjir, aardschuivingen, het z.g. „tamping"
der sawahranden, enz.)
3e. de kosten aan een up-to-date Inlandsch eigendoms-
kadaster verbonden, een kadastrale opmeting en volledige
kadastreering op Westerschen grondslag van de bevol-
kingsgronden, zonder eenig voorbehoud, ondoelmatig,
bovendien onnoodig, en gezien de draagkracht van d$
bevolking, ten eenenmale onmogelijk zal achten.
Het artikel van den heer Lamster is door den Topogra
fischen dienst in brochurevorm uitgegeven.