45
DE LOCOMOTIEF 12 Januari 1924.
EEN INLANDSCH KADASTER.
(Een millioenen-kwestie).
Onder dezen titel zijn in de laatst verschenen aflevering
van het Tijdschrift voor het Kadaster in Nederlandsch-Indië
door'den Heer J. H. Raeven uitvoerige beschouwingen gewijd
aan de door het Hoofd van deru Topografisch en dienst voor
genomen en reeds ten deele tot uitvoering gebrachte plannen
inzake kadastr^ering van het Inlandsch grondbezit.
Allereerst wordt door den schrijver in herinnering ge
bracht de kadastrale lijdensgeschiedenis die verschillende
Europeesche Staten en met name Frankrijk en Nederland
hebben doorgemaakt in de eerste helft der vorige eeuw.
Het doel dat bij die kadastreeringen werd nagestreefd was
hoofdzakelijk van fiscalen aardmen wenschte de beschikking
te hebben over gegevens voor een eenigszins billijke en
gelijkvormige aanslag in de grondbelasting; aan eene in
juridischen, technischen en administratieven zin waardevolle
opmeting, met verplichte wederzijdsche delimitatie, eene
blijvende grensverzekering en eene deugdelijke op de eischen
der toekomst berekende administratie van het grondbezit
werd niet gedacht.
Den toenmaligen uitvoerders van het werk treft dan ook
geen blaam; de fout zat in het stelsel zelve, in den opzet
daarvan.
Men had toch gemakkelijk kUnnen voorzien dat aan het
aldus verkregen gebrekkige en overhaast samengestelde
kaarten-materiaal later, bij de voortschrijdende ontwikkeling
en waardevermeerdering van alle economische objekten, veel
hoogere eischen zouden worden gesteld dan waarop het
berekend was.