52 DELI-COURANT 14 Januari 1924. EEN INLANDSCH KADASTER. Kortgeleden hebben wij de aandacht' gevestigd op het onlangs verschenen Tijdschrift voor het Kadaster in Neder- landsch-Indië, waarin de heer J. H RAEVEN, landmeter van het Kadaster, vroeger hier te Medan geplaatst, het groote vraagstukde registratie van het Inlandsch „grondbezit" behandelt, daarbij betoogende, dat de thans ingeslagen weg aangegeven door het hoofd van den Topografischen dienst, welke tonnen go'ilds zal kosten, niet de minste, zekerheid van slagen kan geven. Uit de geschiedenis in Frankrijk en Nederland te dezer zake, wordt ons aangetoond hoe gemakkelijk door een ver keerde opzet onze belastingpenningen kunren worden misbruikt. In Frankrijk vond de Regeering het dan ook raadzaam zich voor vernieuwing van het Kadaster in 1891 te laten voorlichten door een commissie van 74 leden (afge vaardigden, advocaten, technici, financiers en-.). Ook in Nederland werd bij Kon. besl. van 30 Juli 1906 No. 75 een Staatscommissie ingesteld ter bestudeering van het vraagstuk der registratie en hypotheken. Waar de Regeering thans slechts de subjectieve adviezen van de achtereenvolgende Hoofden van den Kadastralen en Topografischen dienst ter beschikking heeft ;al het geen verwondering wekken den heer R. verderop te hooren zeggen Proeven dienen niet lukraak genomen te worden, doch dienen te steunen op gemaakte studies en daarna naar een van te voren vastgesteld, zuiver- omlijnd plan uitgevoerd te worden. Het eerste advies zal dan bok luidenZet voorloopig alle proefnemingen stop en houdt drijvende, hetgeen Hit een fiscaal- of bestuurs-oogpunt noodzakelijk is en men ga onmiddellijk over tot het instellen eener Commissie, die het

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1924 | | pagina 54