15
sluitfout, die we opvatten als een vektor Ww, (de absolute
waarde zij W, het argument co)
De voorwaarden voor de vereffening zijn
[ds sin cp] W sin co en [ds cos <p] W cos co, waarin
de ds de aangroeiïngen der zijden voorstellen en cp de azi
muths.
Deze twee voorwaarden kunnen we combineeren in
vektorvorm
Uit de oplossing der normaalvergelijkingen zouden we vin
den de correlaten kj en k2, waarna de correcties der zijden
gevonden zouden worden door de vergelijkingen
enzoovoorts.
Aangezien we de korrelaten nu als vektor willen be
palen, moeten we ze opvatten als componenten van een
vektor; we stellen dus:
kj k cos f en k2 k sin
De vergelijkingen (2) gaan dan over in:
dsi r r
k cos <px cos ksin9?j sin k cos 9?x) - (2a
enzoovoorts.
Substitueeren we dit in de vereffeningsvoorwaarden, dan
ontstaat
Sj k cos 95j cos <Pj) s2 k cos <p2 cos <p2).W cos co
sx k sin <p1 cos 9^) s2 k sin cp2 cos (f—<p2). W sin co
[ds.p] Ww
(1)
(2)
sij
0fl