17
ké-
Stellen we gy ^an wotd' (4)
2gyW.w- 2WU^ Ww-gW7^_Ww-gW7.,
gygT[s] - M o(g2 [s] [s]) H d-g2]
1 g2 Wu gW7„,
Stellen we nu [s]=P dan wordt: k&
J 4 2 P
We hebben de korrelaten dus nu samengevat in een
vektorvorm, die gemakkelijk te vinden is. Is kt-: bekend,
dan komt men volgens (2atot
dsx Sj k cos <p1
enz.
en waaruit de correcties aan de coördinaatverschillen wor
den gevonden door middel van
dyx Sj sin <p x k cos gx
enz.
dxj Sj cos <p1 k cos <p1
enz.
Als voorbeeld volgt hier de vereffening van een een
voudige polygoontrek aangesloten aan twee vaste punten.
Aangenomen wordt, dat een azimuthsvereffening reeds voor
af is gegaan,
co