34 reeds van grooten afstand zichtbaar zijn. Planten die daar voor in aanmerking komen zijn b.v. nangsi en landjoeang die overal voor eenige centen aangekocht kunnen worden. 5) Van deze waterpassing kunnen in de eerste plaats de gemeentelijke diensttakken profiteeren, wanneer zij met zorg verricht wordt. Ook het Kadaster kan van de hoog- tecijfers profijt trekken, immers uit de onderlinge hoogteligging kan gemakkelijk geconstateerd worden of de polygoonpunten naar de meting verzakt zijn. Voorts leveren de hoogtecijfers een groot gemak voor de reductie der gemeten lengten. 6) Meestal door hun ondoelmatige constructie en gebrek aan medewerking van andere diensttakken. 7) De zware verankering bij de geweldige massa lijken ons een voldoende waarborg tegen de gevreesde verschuiving. Niet wij alleen doch ook de verschillende gemeentediensten staan daar optimistisch tegenover. De ondervinding moet leeren of in deze richting speciale voorzorgen genomen moeten worden. Een feit is het dat men in de meeste europeesche steden afgezien heeft van uitsluitend ondergrondsche verzekering, omdat men er praktisch weining aan heeft. Reconstructie van een verplaatst merkteeken leidt meestal tot teleurstelling daar de ontgraving van het ondergrondsche punt min of meer schending veroorzaakt. Gemakkelijker is het in zoo'n geval het oude punt prijs te geven en een nieuw polygoon- punt in het net in te schakelen. 8) Ook te Bandoeng zijn verscheidene straatpotten verdwenen, terwijl de straatpotten ook niet vrij van schending zijn gebleken. 9) Een ander nadeel is ook, dat deze straatpotten zich niet zoo gemakkelijk leenen voor waterpassing. 10) Het lijkt ons toe, alsof het polygoonpunt minder scherp is afgeteekend als dit bij onze betonpalen het geval is; aldaar een cirkelvormig gat waarvan het middelpunt bepaald moet worden, bij onze merkteekenen een scherp afgeteekend puntje in de ijzeren staaf geslagen. Red.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1931 | | pagina 35