35 EEN EN ANDER OVER HET CENTREEREN VAN SIGNALEN BIJ POLYGOONMETINGEN. Een der grootste bronnen van fouten in de hoekmeting bij het polygoneeren is de foutieve opstelling van instrument en signaal. Is het bij een meting niet mogelijk de jalons centrisch op te stellen, dan moet bij het betrekken van die stand plaats de theodoliet ook in datzelfde excentrische punt worden opgesteld en aan het centrisch punt vastgelegd worden door richting en afstand. Laten we de kwestie der centreeringsfouten nader be kijken. Nemen we aan dat de theodoliet door onjuist centreeren opgesteld is boven S inplaats van boven A„ De invloed kunnen we het beste nagaan met behulp van overgangen A. Z Ai Ai A2 A, Ag Z S =SA"2~SAo (Ai A2 d2) (Ai A0 d]) =^^2 A, A0 (d2 d,) De fout in de opstelling in S fs (A, A2 A, A0) (d2 d,) Ai A2 A, A0) d2 d, d.i. het verschil in de overgangen. e" sin (A, A2 A, S) p e" sin (A, A0 A, S) d, Onder A, A2 wordt hier verstaan de richting van de lijn A! A2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1931 | | pagina 36