~r^2~ -0'05 43 Zoo gaat men dan verder de heele polygoon langs. Ten slotte worde nog vermeld dat het centreeren van de driepooten gebeurt met een nagelinstrument. J. A. A. ZELLER. Aanteekeningen van de Redactie. 1) Men is in de mathematica gewend om het richtings verschil tusschen de lijnen P en Q voor te stellen door middel van de notatie (PQ); daarentegen beteekent de schrijfwijze A B de lineaire afstand tusschen de punten A en B. Het is jammer dat de geachte schrijver deze algemeen gebruikelijke methode niet gevolgd heeft. 2) Dit is o.i. minder juist; het verdient aanbeveling de gewenschte nauwkeurigheid in relatie te brengen met de middelbare fouten. Ook verwijzen wij in verband hiermede naar Z.f.V. 1877 (Helmert). 3) Deze vooropstelling bevredigt ons niet; de schrijver gaat uit van de toleransO.Ol l/~l~. Noemen wij de m.f. in de lengtemeting van de polygoonzijde g zoo is de m.f. van het gemiddelde van 2 waarden Voorts is het middel- 1/2 baar verschil van 2 lengtemetingen g.\/ 2 in verband waar mede de tolerans op 3^1/ 2 kan worden gesteld. Is de polygoonzijde 100 m lang zoo krijgt men de vergelijking 3 ,u i/2" 0.01 1/TöcT waaruit gevonden wordt 0.01 l/ÏÖÖ" 3. I/T De m.f. van resultaat van metingen wordt dan 0.01 l/ÏÖÖ" 3x2 Voor de gestrekte polygoon AB wordt de m.f. met 1/10 vermenigvuldigd en krijgt men dus lineaire onzeker heid van 0.01 ]/löÖ~ nr.c

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1931 | | pagina 44