3 [2] Z. f. V. 1921 S. 609: Dr. Kerl „Ein weiterer Beitrag zur Perpendikelkonstruktion"; [3] Z. f. V. 1926 S. 513 Reg. L. Thie „Besondere Formen des Bogenschnitts und ihre Anwendung in der Pra xis"; [4] Z. f. V. 1927 S, 374 St. V. R Fr. Schuitze ,,Ge- nauigkeit der Punktbestimmung durch Bogenschnitt und durch rechtwinklige Koordinaten"; [5] Z. V. 1929 S. 267 St. V. R. Brandenburg „Ueber die Zulaessigkeit von Abweichungen eines rechten Winkels beim Abstecken gleichlaufender Linien oder bei rechtwink- ligen Aufnahmen von Punkten auf eine gerade Linie, wenn die Ausschlagsentfernung mit dem rechtwinkligen Abstande oder der Hoehe noch als gleich gelten soil". Wij merken hier tegelijk op, dat een ieder van onze geachte lezers zoodra hij wat „dieper" de loodlijntjes wil begrijpen het niet verzuimen mag deze werken, die wij in dit artikel met [1] tot en met [5] zullen aanduiden, ter hand te nemen; dit is zelfs noodzakelijk, wanneer men ook de be wijzen van verschillende eigenschappen enz. hebben wil, want wij bezigen alleen de resultaten; al het overige moge de le zer zelf zoeken en zelf nalezen. De stof, betrekking hebbende op de loodlijnconstruc ties, kunnen wij onderverdeelen als volgt le. Eenvoudige loodlijn met behulp van een prisma; 2e. Loodlijn met behulp van een prisma en met een transversaal als controle; 3e. Loodlijn met een transversaal zonder prisma; 4e. Loodlijn met behulp van een prisma met meer dan een transversaal als controle, en 5e. Drievoudige ombogingd. w. z. indirecte loodlijn zonder prisma. I. Wij kunnen hierover kort zijn: hoofdzakelijk komt het hierbij op het navolgende neer:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1931 | | pagina 4