4 1) het hanteeren van een prisma mag natuurlijk bij deze aard van loodlijnconstructie „voor de meters absoluut geen zoet geheim zijn", 2) de verbindingslijn tusschen de polygoonpunten, dus de meetlijn waarop de loodlijn opgericht is moet met alle mogelijke zorgvuldigheid uitgebakend worden. Waar wij vooral den nadruk op willen leggen is, dat het vereischte sub 2) bij alle loodlijnconstructies geldt en willen er tegelijk op wijzen, dat dit ook het eenige vereisch te blijft. Dit belangrijke punt moet den meters ten allen tijde voorgehouden worden -m- JisiL •mJ". Onderzoekt men de nauwkeurigheid van het loodlijntje met behulp van een prisma dan vindt men de volgende bronnen van toevallige fouten: a) de lengtemeetfouten, b) de fout voortspruitende uit het meer of min goede hanteeren van het prisma, en c) de zijdelingsche uitwijking van de meetlijn uit de rechte verbindingslijn tusschen de polygoonpunten of andere meetpunten. Over a) valt niet veel te zeggen; immers deze fout heeft plaats bij elke lengtemeting en is afhankelijk van het leng temeetwerktuig; meetlat geeft een ander resultaat dan meet- <2*zy> 772JC u

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1931 | | pagina 5