6
lengtemeting op /xy ,zoo komt men tot
m2y m2f (3)
of m2y /j?y 0,09 -f 0,024 0,0016 x2
Py is uit elke toleranstabel te halen; b.v. uit Brandenburg
tolerans II, waarin wij vinden
tn =1/(0.0002 i)2 t (0.006 i/y)2
of voor ons geval
t(I 0.0002 y (o.ooó y
3 \y~2 3 i/l
Ons rest nog de bepaling van de m.f. van de loodlijn
(ordinaat, hoogte), die wij mx zullen noemen. Of nu in mx
ook een term voor m^ in te voeren is, is n.o.b.m, niet
direct te bewijzen. Volgt men [4] en neemt aan, dat mf de
radius van een foutencirkel is, met het voetpunt van de
loodlijn als middelpunt (zie fig. 1) dan ware dit alleen van
praktisch standpunt uit bekeken te rechtvaardigen; het
spreekt vanzelf dat mj op mx van bijzonderen invloed moet
zijn. De verdere pro en contra's aan onze geachte lezers
overlatende, volgen wij [4] en nemen dus aan, dat ook in
mx een term mf voorkomen moet. Als tweede term doet
zich wederom gelden de waarde sub a), als derde de waarde
sub c). En deze laatste fout moet aan een nadere beschouwing
worden onderworpen. Niet alleen daarom, omdat de vrees
voor deze uitwijking bij deugdelijk meetwerk inderdaad
ietwat overdreven is, maar ook omdat er gevallen zijn,
waar deze fout (bij zeer slechte of minder deugdelijke
meting) de heele loodlijnberekening met alle hieraan geknoop
te conclusies en correctieberekeningen illusoir kan maken.
En daarom herhalen wij: het is een eerste vereischte de
mantri's er op te wijzen, vooral in dit opzicht zoo mogelijk
Heeft men een polygoonzijde met de coördinatenindeeling iy en ix
voor zich, dan kan ^yad hoe vervangen worden door de uit deze coör-
dinatenindeelingen te berekenen lengtecorrectie. Al is het ook een bena
dering en theoretisch moeilijk te verdedigen zoo is de fout tegenover het
practische inzicht van weinig belangoverigens hopen wij in een der
volgende artikelen ietwat uitvoeriger op deze kwestie terug te komen.