55
Wijlen J. S. Mellinga was een van die naturen, wiens
herinnering onvergetelijk zal zijn! Eenvoud sierde dezen
stoeren werker, die alom de harten van collega's en supe
rieuren wist te veroveren. Wie onzer heeft hem niet ge
kend, den sympathieken Mellinga, een goede ziel, wiens
eerlijke openhartigheid door een ieder werd bewonderd
en gewaardeerd. Immer was hij bereid, om het corps met
raad en daad bij te staan. Zijn ontzaglijke praktijk-erva
ring stelde hij te allen tijde voor een ieder beschikbaar
en velen onzer hebben veel van hem geleerd. De door hem
betoonde welgemeende collegialiteit en zijn onbaatzuchti
ge hulpvaardigheid zijn spreekwoordelijk geworden.
Toen hij in 1927 ons corps verliet om met welver
diend pensioen te gaan bleek het, hoevele vrienden hij in
het corps telde. Een ieder onzer heeft zich bij die gele
genheid gedrongen gevoeld, hem met een tastbaar blijk
van vriendschap en hoogachting te vereeren, een hulde
betuiging die in ons corps slechts zeer weinigen te beurt
is gevallen. Hoezeer zijn werk werd geapprecieerd mag
blijken uit het feit, dat hij in 1924 werd benoemd tot
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, welke onderschei
ding door een ieder onzer met groote ingenomenheid werd
begroet.
Drie mannen van ,,DE OUDE GARDE" zijn heenge
gaan; hunne assche ruste in vrede
Red.