106
UIT DE PRACTIJK.
1. Strookreserveering en meetbrief wijziging.
Nog altijd heeft het Kadaster bij grondaanvragen een
passieve rol te vervullen, hetgeen zeer jammer is, daar ka
dastrale voorlichting dikwijls kan leiden tot bespoediging
van de afdoening der aanvragen om een rechtstitel. Het
is begrijpelijk, dat de Commissie van Onderzoek, die in
de meeste gevallen slechts bestaat uit ambtenaren met
weinig of geen technisch inzicht en ervaring niet dadelijk
een bevredigende oplossing weet voor de technische pro
blemen, die zich bij het terrein-onderzoek kunnen voor
doen, of de oplossing veel te ver zoekt. Eveneens moet
worden toegegeven, dat een volmaakt oordeel in zake de
toepassing van de agrarische bepalingen en de daaruit
voortvloeiende consequenties zeer zeker ligt op den weg
van den Landmeter van het Kadaster, die door zijn op
leiding en ambtservaring de technische en agrarische
samenhang der materie uiteraard immer scherper voor
oogen heeft dan eenig ander.
In verband met bovenstaande bespiegeling brengen
wij een interessant geval uit de practijk naar voren; de
gevoerde correspondentie, die wij eenigszins beknopt hier
onder zullen weergeven is ontleend aan het archief van
het Kadasterkantoor te Batavia. Een der Assistent-resi
denten schreef den Bewaarder de navolgende brief:
„Onder aanbieding van een meetbrief ddo. 31
October 1929 No. 580 heb ik de eer UWelEdelGe-
strenge beleefd het navolgende mede te deelen.
In het besluit van den Directeur van Binnen-
landsch Bestuur dd. 22 Februari 1929 No. A 7/5/20
waarbij dit perceel aan J. F. Gersen voorloopig in
kleine landbouw-erfpacht is toegezegd, is als voor
waarde gesteld, dat de over de gronden loopende ge-