110 Ik heb de eer UWelEdelGestrenge beleefd mede te deelen dat dezerzijds geen bezwaar bestaat tegen de door U in de laatste alinea van Uw schrijven aan gegeven oplossing en in dien zin voorgesteld zal worden. Wij publiceeren het bovenstaande als een der tallooze voorbeelden en gevallen, die de noodzakelijkheid aan- toonen, dat in elke Commissie van grondonderzoek dooi een Landmeter van het Kadaster zitting wordt genomen. D. J. BOUWER. 2. Nogmaals strookuitmeting en meetbrief wijziging Het is geen geheim, dat er iets of zelfs „meer dan iets" hapert aan de afdoening van erfpachtsaanvragen. Het zoo gewenschte vlotte verloop laat, zoo niet in alle, dan toch in de meeste gevallen veel te wenschen over. Op het geduld van den belanghebbende wordt zeer vaak een zware wissel getrokken. Niet alleen dat de aanvrager de dupe wordt van het „mankement in de agrarische organi satie", maar ook de gemeenschap wordt daardoor bena deeld, immers stichting van het een of andere bedrijf op het toekomstige erfpachtsperceel ondervindt belemmering en vertraging, waardoor de belangen van velen, die daarbij betrokken zijn, worden geschaad; bovendien worden in verband hiermede noodeloos aan het Land inkomsten ont trokken (b.v. belasting en canon). Er is niets, dat zooveel stagnatie veroorzaakt a's meetbriefwijzigingOndanks het feit, dat aan het tweede onderzoek en de grensaanwijzing een uit gebreide correspondentie voorafgaat, waarin adviezen van verschillende diensttakken worden gevraagd, die adviezen worden gegeven en opgevolgd, komt het nog te

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1931 | | pagina 59