112
Onder overlegging van dezen brief werd door belang
hebbende een nieuwe meetbrief aangevraagd; hij deed
tevens het verzoek het daarheen te willen laten leiden,
dat hij spoedigst in het bezit daarvan kon komen, ten
einde binnen kortst mogelijken tijd het erfpachtsrecht te
verkrijgen. Mocht de opmaking van den nieuwen meet
brief met kosten gepaard gaan, zoo zou hij die desnoods
willen dragen, ofschoon zulks hem hoogst onbillijk voor
kwam! De Bewaarder van het Kadaster die begrijpe
lijk het ongewenscht achtte, dat belanghebbende voor
een tweede maal met de meetbriefkosten zou worden be
last, schreef naar aanleiding hiervan den navolgenden
brief aan den Assistent-resident:
,,In verband met den meetbrief dd. 27 Augustus
1929 No. 384 heb ik de eer het navolgende onder de
aandacht van UWelEdelGestrenge te brengen.
De grenzen langs de Tjikeas werden aangewezen
door den Boschwachter te Gadok, die te kennen gaf,
dat langs genoemde rivier een strook van 10 meter
diende te worden gereserveerd. Bedoelde Boschwach
ter heeft het veldwerk voor de grensaanwijzing afge-
teekend op den 6en October 1928.
Wanneer ten behoeve van de onderwerpelijke
erfpachtsaanvrage een nieuwe meetbrief wordt ge-
eischt, zoo doet zich de vraag voor, door wien de
meetbriefkosten, die ongeveer 300.(drie honderd
gulden) zullen bedragen, dienen te worden betaald.
Naar het mij voorkomt mag belanghebbende daar
voor niet aansprakelijk worden gesteld.
Gaarne ontving ik ter zake eenig nader bericht.
Ongeveer twee weken later werd door den Bewaarder
van het Kadaster het ondervolgend schrijven van den
Assistent-resident ontvangen
Met verwijzing naar Uw schrijven heb ik de eer
UWelEdelGestrenge mede te deelen, dat de Opper-