120 Ambontijd te corrigeeren met 13 minuten om Menado- tijd te krijgen. Wil men het lengteverschil tot in tijdsminuten nauw keurig weten, hetgeen in sommige gevallen zelfs nood zakelijk is, dan kan men dit doen door den tijd „uit te passen". 15 16 17 In het nevenstaande voorbeeld ligt de plaats A b.v. in strook 15 en de plaats B in strook 17. In het uiterste geval liggen A en B iets over de grens van strook 16 Men kan niet zeggen: ,,B ligt 2 strooken oostelijker dan A en dus is de tijdcorrectie 2 X 6 minuten 12 minuten", want practisch verschillen de plaatselijke tijden van A en B iets meer dan 6 minuten van elkander. Niets is in dit geval eenvoudiger dan om de strooken 15 en 17 in zessen te verdeelen (de tijdsecunden kan men gevoeglijk weg laten). In bovenstaand voorbeeld schelen de plaatselijke tijden van A en B dus maar 8 minuten. Wat de erfpachtsstrooken betreft, kan men hiervoor de tijdstippen 7 uur voormiddag en 5 uur namiddag even eens wijzigen. Voor de strooken I en III heeft men dan respectievelijk 6 uur en 8 uur voormiddag en 4 uur en 6 uur namiddag. Ligt een plaats dicht bij de grens van een strook, dan kan men het gemiddelde nemen van de tijdcorrecties van beide aan elkander grenzende strooken. Singaradja b.v. ligt vrijwel op de grens van de strooken 14 en 15. Neemt men het gemiddelde van de tijdcorrectie van strook 14 en die van strook 15, dan moet men de correctie van 21 minuten toepassen ter verkrijging van den M.J.T. B

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1931 | | pagina 69