GLOBALE INHOUD.
hoofdstuk BAND I.
I GESCHIEDKUNDIG OVERZICHT.
Egypte, Babylonië, Griekenland, de Romeinen, Arabië, Europa, de
Nieuwe tijd, Nederlandsch-Indië.
II. GODETISCHE EN MATHEMATISCHE GEGEVENS.
Alg. geodetische formules en constanten, de Wiskunde, de Methode
der kleinste vierkanten, de Foutengrenzen.
III. DE HOOFDZAKEN DER INSTRUMENTENKUNDE.
De algemeene kenmerken en eigenschappen van cle gebruikelijke en
moderne instrumenten, dubbelbeeld-afstandsmeters, Biachsiale kijker,
rekenmachine, rekenliniaal, planimeters, enz.
IV. DE TRIANGULATIE VAN LAGERE ORDE.
De vastlegging van tertiare en quatemaire driehoekspunten, waarvan de
berekeningen ingericht zijn zoowel met de rekenmachine als metloga-
rithmenalle gevallen van vastleggingen, bepaling der verschuivings
coëfficiënten, opstelling der normaalvergelijkingen, de foutendriehoek.
V. DE TRIGONOMETRISCHE HOOGTEBEPALING.
De berekeningen zijn ingericht met de rekenmachine deining of onrust
der beelden, aardkromming en straalbuigingde hoogtebepaling uit
enkelvoudige en wederkeerige zenitshoeken, uit de kimduiking.
VI. DE AZIMUTSBEPALING.
Astronomische begrippen, azimutsbepalingen op de zon en op de ster
ren, waarvan de berekeningen met de rekenmachine, met logarithmen,
met de rekenliniaal en langs grafischen weg plaats hebben, al dan niet
gebruik makende van den Midden-Java-Tijd.
VII. DE GRAFISCHE INSNIJDING.
Een aantal methodes om het standpunt in het terrein langs grafischen
weg op de kaart vast te leggen.
VIII. DE POLYGONEERING.
Polygoonmetingen en -berekeningen met en zonder begin- en eind-
richtingen, waarbij de metingen uitgevoerd zijn met de theodoliet en
de bergboussolede polygoonvereffeningsmethodes, de knooppunts
vereffening.
BAND II.
IX. DETAILMETING EN KAARTEERING.
Coördinaten-, voerstraal-, basis- en springstationmethodedetailmeting
met zak- of kleine instrumentende terreinvoorstelling door hoogte
lijnen, schaduwen en kleuren; het panorama-schetsen en de planchet
meting inspectieleer.