215 UIT DE PRACTIJK. 1. Afschriften van erfpachts-schetskaarten. Een overs c'h rij vi n gs a m bte na a r in de Buitengewesten stelde onlangs de vraag, of door zijn kantoor afschrif ten van schetskaarten met de grensomsch rij vingen van erfpachtsperceelen komden worden verstrekt aan parti culieren. (Het betrof hier erfpachtsperceelen, die niet met meetbrieven waren uitgegeven). Tevens werd ver zocht om bericht, of deze afschriften eventueel koste loos konden worden opgemaakt. De Dienstleiding heeft naar aanleiding hiervan er dp gewezen, dat het afgeven van afschriften van schets kaarten en grensomsch rij vingen van erfpachtsperceelen behoort tot de werkzaamheden van het Kadaster en het salaris bepaald moet worden aan de hand van de 2 laatste alinea's van 4 van artikel 1 vain Staatsblad Nr. 144. De Inspectie van het Kadaster vestigt er voorts de aandacht op, dat ingevolge 11 alinea 3 van de In- istructie voor de behandeling van erfpachtsperceelen,, 'bedoelde schetskaarten in het archief van het Kadaster; i aanwezig dienen te zijn. Indien de schetskaarten moch ten ontbreken, is het dus zaak het archief te comple- teeren, daar het weigeren van een afschrift niet toelaat-' baar is. 2. Onwettige occupatie. Geen grootere nachtmerrie voor het Kadaster dan: 'onwettige occupatie, al vormt de bestrijding daarvan ën onzer belangrijkste plichten. Overal waar het Ka daster werd ingevoerd, stelt de Landmeter zich o.m. tot taak een einde te maken aan deze soort van grond- roof, of tracht hij althans daaraan paal en perk te stellen. Opvallend is het, dat op plaatsen waar geen Kadaster bestond, het euvel van grondannexatie hoog tij vierdeHet geringe plichtsbesef en de willekeur van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1931 | | pagina 51