d a 6 TZa>- p (=p tg d) (8)
172
Hieruit wordt j xd) gevonden, waarna men d
kan bepalen uit:
d 1 4- d) - 1 - d) 90° - I 1 - d)
In één vorm heeft men dus:
90°
■i- <p bg tg. cotg- i <p) (6)
Men kan nog anders te werk gaan. In A SCP heeft
waaruit men na eenige herleiding vindt:
Uit deze betrekking, welke ook gemakkelijk in de
figuur is te zien, wanneer vanuit C de loodlijn op SP
wordt neergelaten, (een derde afleiding vindt met o.a. in
Hammer's „Lehr-und Handbuch der ebenen und sphari-
schen Trigonometrie" 24) volgt verder: a 3
Substitueert men deze waarde in (1), dan krijgt men
de volgende strenge formule ter bepaling van d
tg d 6 Sm y (7)
Neemt men voor <p dezelfde waarde als is aangegeven
in 1, dan wordt ook hier d automatisch met het juiste
teeken gevonden.
5.
Om na te gaan onder welke voorwaarde men inplaats
van de formule (7), de benadering:
e sin x e sin (<p d)
men volgens den smusregel sin d
q q
q sin d e sin cp cos d e cos qj sin d
e sin w
ot q cos d -j- e cos <f a cos d -f- e cos <p
sin d
q 0 cos Q9
cos d
q e cos <p
q e cos cp