174 Deze, vermenigvuldigd met e cos q> (in meters) geeft de herleiding van log q tot log (q e cos cp) c. Wil men den herhaalden overgang van logarithmen op natuurlijke waarden vermijden, dan kan men gebruik maken van de Gaussische logarithmen (d.z. de Briggiaan- sche logarithmen van paren getallen, die met elkaar de eenheid verschillen). Deelt men n.l. teller en noemer van het tweede lid van men: tg w Wordt nu eerst logberekend, dan wordt daarbij e coscp in de tafel der Gaussische log. direct log -21 gevonden; dit afgetrokken van log tg. <7 levert log tg d. Met minder kans op vergissingen, dan bij toepassing van de methode van 6 sub b, wordt de herleiding van log-, q op de volgende wijze bepaald. dus log tg d log e 4- log sin <7 log (q e cos cp) Ontwikkelt men hierin log (q e cos cp volgens de reeks van Taylor, dan geeft dit: of, wanneer men-■ M H noteert en termen v.an q den 3en en hoogeren graad verwaarloost: l°g (q e cos <P) =z log q H H2 (11). t g sin 9? de vergelijking tg d door e cos fdan krijgt q e cos cp tgd q (9) dus log tg d log tg 99 log 1)( 1 (e cos (p 10) e cos cp \e cos cp tgd =3 e sm cp q e cos <P e cos cp e2 cos2 cp e3 cos3 cp Jog (q e cos cp) log q M q2 M c cos cr

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1931 | | pagina 9