16
waariin s 2 Z0n z P°°'sa:fs^an(^-
Door verg. (1) volledig te differentieeren naar alle
daarin voorkomende grootheden, is het mogelijk, na te
gaan, welke invloed kleine fouten in de aangenomen
geografische breedte, de aan het astronomisch jaarboek
ontleende declinatie van de ster, en de gemeten hoogte
uitoefenen op het te berekenen azimuth en onder welke
omstandigheden deze invloed het geringst is.
In algemeene gedaante kan (1) worden voorgesteld
door
f (a) F (h, <p, 5)
d f (a) d F (h, cpy 5) d F (h, <7;, S)
zoodatV Aa V Ah -j<P
da d h d cp
d F (h, cp,S)
d5 "A 5
hetgeen uitgewerkt geeft:
- AS
Hierin worden de tellers vervangen door hun uit
drukkingen volgens resp. (5), (2) en (3)
1 cos t 1
Direct wordt opgemerkt, dat de coëfficiënten van A cp
en A S een minimum waarde bereiken, die van Ah zelfs
nul wordt, wanneer p 90° d.i. wanneer de ster in de
grootste degressie is.
(Een ster bevindt zich in de grootste degressie, wan
neer haar azimuth een minimum (West-degressie) of
maximum (Oost-degressie) bereikt.
In de punten der grootste degressie raken de door
standplaats gedachte verticale vlakken aan de ster-
baan.
I I 2
A sin cp sin sin h A sin h sin S sin cp n
-Aasina -rAh -rt-Av
cos*h cos cos h cos* cp
cos h cos cp
Aa -- r~7Ah rA cp -jAS
cos h tg p cos h sin p cos h sin p