4 voetpad grocte complexen sawah en moeras uitstrekken. Bovendien moest de basis (BN-BZ), in verband met een geringe wegkromming in 3 deelen worden gemetende bre- kingshoeken werden met de theodoliet bepaald. Om het tijdrcovende en onaangename richten der meetlatten te ver mijden, werden de rechte basisstukken onderverdeeld door houten piketten op onderlinge afstanden van 150-200 m, waartusschen touw gespannen werd. De meting werd verricht door twee ploegen, elk be staande uit een landmeter (of mantri) en twee koelies. De eerste ploeg werkte van BZ naar BN, de tweede ploeg gelijktijdig in tegengestelde richting (aan weerszijden van het gespannen touw). Voor een enkele meting der basis bleken ongeveer 4 uren benoodigd te zijn (van 8 tot 12 uur v.m.)in ver band met de physieke toestand van het meetpersoneel werd het ongewenscht geoordeeld, de terugmeting op denzelfden dag te doen plaatsvinden, zoodat deze op den volgenden dag werd uitgevoerd. Aldus is met elk stel meetlatten de basis 8 keer gemeten. Na de herleiding van gemeten tot horizontale afstanden volgens bovengenoemde formule werden de volgende totaaluitkomsten verkregen: datum omschrijving le stel meetlatten 2e stel meel lal ten 15 Aug. le A-bepaling -f 0,0003679 0,0004312 18 Aug. heenmeting 1980,2354 m 1980,1424 m 19 Aug. terugmeting 2776 m 1894 m 20 Aug. heenmeting 3313 m 1995 m 21 Aug. terugmeting 3449 m 2283 m 22 Aug. 2e A-bepaling 0,0003383 4- 0,0003766 24 Aug. heenmeting 1980,3089 m 1980,2246 m 25 Aug. terugmeting 3378 m 2517 m 26 Aug. heenmeting 3499 m 2725 m 27 Aug. terugmeting 3608 m 2916 m 28 Aug. 3e A-bepaling -f 0,0003233 4- 0,0003658

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1932 | | pagina 5