45
voor het oprichten van een hotel, een sociëteit enz.),
waardoor de grant natuurlijk niet die waarde heeft, die
ze zou hebben zonder die beperkende voorwaarde.
Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat het grantrecht
niet beantwoordde aan het doel, een onbetwistbaar recht
op den grond te verleenen. Uit de verschillende rapporten
in den loop der jaren bij de Regeering ingediend, bleek
Haar dat het noodzakelijk werd een andere regeling tot
stand te brengen. Zoo kwam tenslotte in' 1915 bij Staats
blad No. 474 de bepaling, dat de uitgifte van inlandsch
erfpachtsrecht voor huizenbouw grantrechten) aan niet-
inlanders als zoodanig tot het verleden zou behooren en
de Zelfbesturen voortaan een recht van opstal zouden
verleenen dat door openbaarmaking in de registers ter
griffie van den Raad van Justitie in aard en omvang met
het westersch opstalrecht gelijk zou staan. Het recht van
opstal wordt verleend onder nadere goedkeuring van het
Hoofd van Gewestelijk Bestuur en zoodra deze goedkeu
ring verkregen is, bestaat het recht. De inschrijving bij
den Raad van Justitie, die binnen een bepaalde termijn
moet geschieden, is meer van formeelen aard, zoodat ook
niet zcoals in rechtstreeks bestuurd gebied comparitie van
beide partijen noodig is.
Door deze inschrijving is echter het recht nu identiek
gewerden met het opstalrecht volgens het B.W. Het kan
met hypotheek bezwaard worden en heeft overigens geheel
het karakter van een zakelijk recht.
Verhypothekeeren van grantrechtcn is daarentegen niet
mogelijk en wel om de volgende redenen.
1. niet uitgemaakt is of het recht roerend dan wel
onroerend is, zoodat zoowel pandrecht als hypotheekrecht
op grants niet verleend kunnen worden.
2. registratie bij den Raad van Justitie, zooals bij
gewone zakelijke rechten, heeft niet plaats.