55
Hierdoor treedt weer een ander bezwaar op de
voorgrond, n.l. zal men bij het zoeken naar geschikte
polygoonpunten voor de voerstraalmethode minder
tijd kwijt zijn, dan wanneer men dit doet voor de inu
gebruikelijke methode? M. a. w. zal de tijd noodig
voor de verkenning van het terrein in overeenstemming
zijn met de meer eenvoudige methode van meten?
Bij het aantal van ongeveer 50 metingen te Batavia,
verricht volgens de voerstraalmethode, was het in een
enkel geval wel zoo; voor de rest had de mantri,
met de meting belast, voor de verkenning van het
terrein veel meer tijd noodig dan gewoonlijk, om het
meten op zich zelf zoo economisch mogelijk te doen
uitvallen.
Een ander bezwaar blijkt te zijn, dat men voor de
voerstraalmethode personeel noodig heeft, dat de
noodige ontwikkeling moet hebben, een bezwaar, dat
zelfs optreedt iin Europa, waar het aantal anal-
phabeten toch minimaal is, en men van de hulpkrachten
van den landmeter toch wel iets kan verwachten
(Zie „Allgemeine Vermessungsinachrichten," 1930 Nos.
10 en 11, „Das Doppelbildtaohymeter" door Hamann).
Waar hier de koelies, de helpers van den mantri,
als regel direct uit de kampong gerecruteerd worden
en daarnaar ontwikkeling (beter gezegd heelemaal
geen ontwikkeling) bezitten, is men er hier dus niet
direct florissant aan toe. Kritiek zooals Hamann
speciaal over de Bosshardt-Zeiss Tac'hymeter uitoe
fent, geldt evenzeer voor overeenkomstige instrumenten
van andere merken.
Ie. Bij het opschrijven worden licht vergissingen ge
maakt. Richting en afstand worden slechts een
maal gemeten. Wel kan een instelling herhaald
worden, maar dikwijls is de invloed van het
eerst afgelezene funest op het tweede. Al heeft
Bosshardt een formule opgesteld voor controle,