56 ên kan dan ook een fout, hetzij in de hoekmeting, hetzij in de afstandsmeting, worden vastgesteld, die fouten blijken meestal eerst bij de berekening. En dan blijft alleen nog maar overopstellen en opnieuw meten. Dat wil dus zeggen, dat de punten behoorlijk verzekerd moeten zijn, omdat een fout niet te vinden is door het uitpluizen van verkregen resultaten, wat, op een enkele uitzon dering na, bij de orthogonaalmethode wel mo gelijk is. 2e. Het is voor den waarnemer niet altijd mogelijk, de juiste opstelling der baken te controleeren. Feitelijk moet men dus met 2 ambtenaren werken waarvan de een waarneemt, de andere de op stelling der baken en het meten der hulppunten regelt. Dat dit hier in Indië zeker noodig is, is wel duidelijk. Bovendien zal, om nametingen te voor komen, ieder punt dubbel gemeten moeten worden, zooals Bosshardt aangeeft: hetzij door een en hetzelfde punt vanuit 2 verschillende polygoonpunten te bepalen, hetzij door het meten van den afstand tusschen 2 te bepalen punten. Dat, zooals Hamann aangeeft, het werk buitenge woon vermoeiend is, ook voor het oog, hoeft niet zoo zwaar te wegen, als men werkt met geroutineerd personeel en de waarnemer ook wel eens wat anders doet dan loodlijntjes meten en verlengden opvangen. Daar staat dan echter tegenover, dat de economie van de voerstraalmethode t.o.v. de orthogonaalmethode niet zoo groot is, als Bosshardt iin zijn werkje aangeeft (Zie ook: Zeitschrift für Vermessungswesen 1929 No. 2, „Wirtschaftliches über optische Messung und das Bosshardt-Zeiss'sche Reduktions-Tachymeter" door Bosshardt)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1932 | | pagina 23