I 64 Richtingsgewichten hij puntsbepaling. In een vast punt zijn gemeten n richtingen r, t/m rn maar andere vaste punten en een richting rp naar een onbekend punt. Zijn de uit de vaste coördinaten berekende richtingen cp, dan vinden we de oriënteeringen z r2 z0 D1Ï fouten der azimuths tusschen de vaste punten be schouwende, krijgen we [l'l (m.f. in de gewichtseenheid m.f. in de enkele gemeten richting) en M ~~n (m.f. in de voorloopige oriënteering z0). V i' Wanneer we ook de richting met z0 oorngeeren (rP Rpzal in deze richting een m.f. optre den, die niet alleen voortkomt uit de meting maar tevens het gevolg is van de fout in de toegepaste oriënteering, dus m2 f gewicht van deze richting bedraagt: ---- nT Hetzelfde resultaat kunnen we ook op andere wijze verkrijgen. We veronderstellen a.h.w. een fout dz in de eerste der op nul herleide richtingen: dz -f 1, -- v, dz 1., v2 <Pt <P-i z z„ <Pn rn Zj De verschillen \z gemiddeldz <Pi K-i li <Pi - R2 h rn 4- Ri R, - Rn <P n Rn ln als nbare richtings- li - n 1 y- A4 n 4- 1 .1 r, 4 m.a.w. het II li dz -j- ln vn Voor het te bepalen punt P is a dx -j- b dy -f dz -f- 10 v0

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1932 | | pagina 31