40
ving in de openbare registers b.v. had niet plaats en wel
voornamelijk omdat de sultan het beneden zijn waardig
heid achtte persoonlijk dan wel door middel van een
gemachtigde voor den Raad van Justitie als partij te
verschijnen.
Het gevolg was een onvoldoende registratie, terwijl ook
aard en omvang van het recht twijfelachtig waren. Zoo
is zelfs tot op heden niet uitgemaakt of het recht roerend
dan wel onroerend is. Dit zal buitenstaanders vreemd in
de ooren klinken. Doch als men bedenkt dat het grantrecht
in het B.W. nergens is omschreven, zal men begrijpen
dat het niet, in ieder geval moeilijk, uit te maken is of
men te doen heeft met een persoonlijk dan wel een zakelijk
recht op den grond. We zullen later zien welke moeilijk
heden hiervan het gevolg waren.
De grantrechten onderscheidt men nu in:
1. Controleursgrant.
2. Sultansgrant
3. Delimaatschappijgrant (iets specifieks voor Medan).
We zullen iedere categorie nader beschouwen.
1. Controleursgrants.
Controleursgrants waren rechten verleend aan allen,
die geen sultansonderdanen (dus niet van de oor
spronkelijke bevolking afstammendejwaren, i.e. Europea
nen, vreemde Oosterlingen en inlanders-niet-zelfbe-
stuursonderdanen.
Zij ontleenen hun naam aan het feit, dat deze rechten
geregistreerd werden ten betrokken controleurskantore,
zoowel bij inschrijving als bij overschrijving. Dit voor
schrift dankte zijn ontstaan aan de behoefte om aan de
rechten der granthouders meer zekerheid te verschaffen.
Om meer orde te scheppen in het verleenen der grant
rechten aan niet-Inlanders had het Europeesch Bestuur
bepaald, dat bij verleening van het grantrecht goedkeu
ring van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur noodig was.