80 dan kan gevoegelijk de coördinatenvereffening plaats vinden met behulp van de Kleinste Kwa draten. Bovenstaande gevallen betreffen alle metingen, waarbij een tamelijk hooge graad van nauwkeu righeid wordt vereischt. 3e Geval. Gemeten is een polygoonnet met aan sluitingen. (bijv. in een kadastrale afdeeling). Ook hier is weer een onderscheid te maken. A. De sluitfout van aansiuitingspunt tot aanslui- tingspunt zal per lengte-eenhaid geringer zijn dan de sluitfout in de rondrekening, of te wel de meting voor de aansluitingspunten is destijds met grooter nauw keurigheid geschied, dam de meting van het $an te sluiten net. Dit zal bijv. het geval zijn of zou het moeten zijn in goed gekadastreerde gemeenten als Bandoeng en Medan. De gesloten polygonen van de nieuwe meting kunnen dan gevoegelijk met de Kleinste Kwadraten worden aangesloten aan het bestaande net. Meestal zal hier echter een uitvoerige polygoneering niet noodig zijn, daar het bestaande net reeds dicht genoeg is. B. Anders wordt het in een Kadastrale afdeeling, waar geen vaste punten zijn, d.w.z. geen goed verze kerd polygoonnet aanwezig is, waarvan de coördinaten nauwkeurig bekend zijn, waar men zich altijd moet behelpen met coördinaten, gevonden door uitpassing van het minuutplan of bijblad. Hier spelen de toestand en vooral de schaal der bladen een groote rol. Bepalen we ons tot een Kadastrale afdeeling als Soerabaja,. waar de belangrijkste nieuwe wijken voorkomen op bladen met een schaal 1 a 2000 en een ander groot gedeelte dier afdeeling op bladen van 1 a 1000, terwijl voorts de bladen door voortdurende bijwerking, die niet met al te groote nauwkeurigheid geschiedde, dik wijls in een déplorabelen toestand verkeeren.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1932 | | pagina 18