81 Gesteld nu, dat een blad met een schaal van 1 a 2000 niet gekrompen of uitgezet was en gesteld dat de kaarteering tot nu toe zoo zuiver mogelijk was uitge voerd, dan zouden we de nauwkeurigheidsgrens bij de uitpassing der coördinaten niet veel hooger kunnen stellen dan 1 dm. Zijn nu de voorwaarden, waar cnder we uitpassen minder gunstig, dan zal die grens toch minstens een tweetal dm. worden. Zeker, we weten wel, dat we die coördinaten tot in cm. kunnen uitdrukken, als we ze uitpassen vanuit beide zijden van de ruit, die meestal wel zal afwijken van 1 dm. en daarna een indeeling geven. Maar welke waarde moeten we aan die met kunst en vliegwerk opgewekte nauwkeurigheid hechten en vooral wanneer we dat laten doen door den mantri, die voor zichzelf een uitpassing tot in dm. al prachtig vindt en om zijn baas een plezier te doen er wel een paar cm. bijplakt, vooral wanneer dan het resultaat n.og iets mooier wordt. Waar nu de sluitfouten in de polygooin zich bepalen (bij een behoorlijke meting behoort dit althans zoo te zijn) tot enkele cm. ligt het voor de hand dat toepas sing van de Kleinste Kwadraten hier een fenomenale dwaasheid zou zijn, daar die toepassing geheel in strijd is met de voorwaarde, dat de fouten waarne mingsfouten moeten zijn. En waarnemingsfouten en speciaal toevallige fouten kunnen we onjuistheden in de coördinatenbepaling toch moeilijk noemen. Nemen we dus die coördinaten op in de vereffening, dan zou het resultaat meer dan twijfelachtig zijn en misschien alleen bestaan uit een absolute verwringing van het net. Daarom zal in vrijwel alle gevallen, waar aangesloten moet worden aan uitgepaste coördinaten, de eenvoudige vereffening, het oude, tegenwoordig veel misprezen sys-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1932 | | pagina 19