83
enkelvoudige, soms K.M. lange trekken aan het net zijn
verbonden. Zoo mogelijk moeten die punten dan ook door
middel van minstens twee trekken met het net verbonden
zijn of als dat niet kan, eenmaal met het net en eenmaal
onderling. Eerst dan kan men spreken van een behoorlijke
vereffening, afgezien nog van de goede controle, die deze
wijze van aansluiten niet zich brengt
5e Geval. Kadastreeringsmetingeri.
Wat betreft de aansluitin'g van het primaire kadastrale
driehoeksnet aan het topografische net, hierbij doen zich
ook dezelfde 2 gevallen voor n.l. het aan te sluiten net is
nauwkeuriger gemeten dan het net waarbij aangesloten
moet worden en omgekeerd.
Het eerste geval is nog niet zoo onwaarschijnlijk, daar
de nauwkeurigheid der meetinstrumenten en meetmetho
den tegenwoordig vaak buitengewoon hoog is opgevoerd.
Ook in dit geval zal een vereffening in eens volgens de
Kleinste Kwadraten niet op haar plaats zijn en is er
weer alles voor te zeggen eerst het geheele kadastrale net
te vereffenen, zonder daarin de coördinaten van de topo
grafische punten op te nemen, het daarna zoc goed
mogelijk te oriënteeren en het daarna, bijvoorbeeld vol
gens affine of conforme afbeelding, grafisch aan te suiten,
Iets dergelijks is bijv. te Buitenzorg toegepast bij de
jongste kadastreering, waar de eigenaardige en inge
wikkelde vorm van het Kadastrale driehoeksnet zich niet
leende tot een vereffening van net en aansluitingen in
eens. Dit was wel het geval met het net in Soekaboemi,
waar dan ook de aansluitingspuinten direct in de veref
fening zijn opgenomen. Gezien de buitengewone nauw
keurigheid, die is betracht bij de primaire kadastrale
metingen te Soekaboemi, is het nog de vraag, of hier wel
juist is gehandeld en of het toch niet beter ware geweest
een grafische aansluiting uit te voeren, hoewel toegegeven
moet worden, dat de verkregen resultaten bijzonder goed