85 Toegepast wordt o.a. de stelling, dat voor spharische driehoeken de zijdenvergelijkingen geheel analoog' zijn met die voor vlakke driehoeken, of in formule uitge drukt (wanneer xt /3,en A, Bxresp. de hoeken van de bol- en de vlakke driehoeken aan duiden) I. Betreft de vereffening boldriehoeken, dan kan men de zijdenvergelijkingen controleeren door deze eveneens op te stellen voor de, volgens Legendre, met 1/3 van het exces z verminderde hoeken. De bekende termen moeten in beide gevallen gelijk zijn. (Zie Jordan I 65). II. Hebben de te vereffenen gegevens betrekking op vlakke driehoeken, dan kunnen correspondeerende boldriehoeken worden gefingeerd, door elk der hoeken te vermeerderen met 1/3 van een gefingeerd spharisch exces. Voor ééin driehoek van het net wordt een wil lekeurig exces aangenomen, waarna dat voor elke andere driehoek is bepaald door de rechtevenredigheid, die bestaat tusschen het spharisch exces en de opper vlakte van een driehoek. III. Een controle op de juistheid van de genoteerde logarithmische toenamen (d.z. de coëfficiënten der zijdenvergelijkingen) kan worden gevonden, wanneer in (1) wordt gesubstitueerd: A -f j z 0 B -f- Z etc. [log Voor kleine waarden van z kan dit gelijkgesteld worden aan of [log. sin xt [log. sin /3, [log. sin AJ [log. sin B, 0. (1) [log. sin xt] [log. sin /3J [log. sin. (A, 2,)] [log. sin A, -j- -1- 2, dlog. sin A, [log. sin Bj -f- Z1 dlog. sin BJ

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1932 | | pagina 23