68 door de meetband uit te meten met een normaalmeter, waarvain de metervergelijking bekend was. De lengten op de baak afgelezen, bleven uitgedrukt in baakmeters van 22,2°C, de temperatuur, welke als geldend kon worden aangenomen voor den duur der metingen. De zeer goede aansluiting der veelhoeken aan de enkele puntsbepaling bevestigde de juistheid der con stantebepaling. Gedurende deze bepaliing en de me tingen was het mooi droog zomerweer. In het najaar van 1929 werden de in den zomer gebruikte instrumenten, theodoliet en baak, gebruikt bij het meten van een veelhoek in het heuvelachtig terrein in de omgeving van Velp. De gemiddelde tem- ratuur daarbij bedroeg 10°C. bij gunstig droog weer. De afstanden, berekend uitgaande vain de in 1928 be paalde constante, gaven een niet verwachte te groote sluitfout voor den trek. Daar aanvankelijk niet gedacht werd aan het temperatuurverschil van 12,2°C; werd besloten een nieuwe constante-bepaliing uit te voeren, welke op 14 December 1929 plaats vond, nadat de baak eenige weken bij vochtig weer in een niet ver warmde ruimte was opgeborgen geweest. De tempe ratuur bij de constante-bepalirig bedroeg 10°C. Bij de berekening van de constante werden, zoowel de direct gemeten afstanden als de lengten op de baak afgelezen, herleid tot 0°C., waarbij als lengteveran dering per meter per graad voor hout werd aangeno men 6,2 [j., het gemiddelde voor diverse houtsoorten. Voor de constante werd gevonden A 101,14445 0,0029. Nu de aandacht gevallen was op het temperatuur verschil voor de baak, kon uit de constante 101,12654 de constante voor de meting in Velp volgen en de toepassing daarvan leverde voor de 3 km. lange poly goon met 80 m. hoogteverschil een sluitfout op van Aov beteekent dus bij 0°C. er. vochtig weer. O.V 7 77

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1932 | | pagina 6