98
Een speciaal onderzoek naar de stevigheid en
pijlerdraaïing van deze secundaire stations zal in een
volgend artikel worden behandeld.
Van de zes punten der derde orde bevinden zich er
twee, n. 1. „Pepanggo" en „Moeara Angké" op mili
taire verkenningstorens. De stations „N.H.M." en
„K.P.M." zijn de stompe torens (resp. 32 en 32,5 m
hoog) van de gebouwen van de Nederlaindsche Handel
Maatschappij en de Koninklijke Paketvaart Maat
schappij. Het instrument kon op statief centrisch wor
den opgesteld zonder dat eenige bebouwing noodig
was.
Als vierde driehoekspuint werd gekozen de stang
op het koepelvormige dak van het gebouw der
Provinciale Waterstaat. (Hoogte 35,5 m). De hoek-
pijlers van dezen toren, die zich ongeveer 1 m verhef
fen boven den ondersten dakrand en een kegelvormigen
top hebben, zijn geschikt gemaakt voor standplaats
van het instrument (excentriciteit 8 m) door het
kegelvormige gedeelte weg te breken. Voor het in
richten van een waarnemersstandplaats bij deze hoek-
pijlers was een kleiine bebouwing noodig en bovendien
moesten ladders worden aangebracht omdat, als zoo
vele torens, ook deze het euvel vertoont daarvan niet
voorzien te zijn.
De stang op den top van het dak van den water
toren te Manggarai (hoogte 39,5 m) is het laatste
tertiaire punt. Hier is excentrisch gemeten n. 1. vanuit
kleine erkers, die zich in de vier muren van den toren
beviinden op een hoogte van ongeveer 30 m. Bij het
richten naar dit punt werd ook de heliotroop in deze
erkers opgesteldin de meeste gevallen kon echter
worden gericht naar de centrische stang.
De tertiaire stations.