107 pasbaken is zeer groot en tot alleszins overeenstem mende resultaten schijnt men inog niet te zijn gekomen. Overigens is de maximum, afstand instrument baak bij de waterpassing van Batavia ±75 meter, zoodat, mede in verband met de te bereiken nauwkeurigheid, het mij onnoodig lijkt meer ruimte aan de kwestie van de af leesfouten te wijden. b. de fout in de vizierlijn. Zijn de vizierlijn en de richtlijn vain het niveau niet evenwijdig, dan treedt hierdoor een fout op, die echter door uit het midden te waterpassen, volkomen geëlimineerd wordt. Natuurlijk moet men wel zorgdragen, dat aan de voorwaarde richtlijn vizierlijn zooveel mogelijk is voldaan. Een goede regeling van het niveau op zichzelf (richtlijn x le as*) is echter ook aan te bevelen, omdat dit een snellere opstelling' waarborgt. c. de fout in het mepclen van de bel. Ook hierover heeft Reinhertz het resultaat van proeven gepubliceerd (Mittheilungen über einige Be- obachtungen an Libellen, Z. f. V/1890). Hij komt tot deze conclusies m. f in het instellen 0.09 i H".*) m. f. in het aflezen 0.20 I H". M.a.w. instellen is 2 maal zoo nauwkeurig als aflezen. Houden we vast aan bovenstaande for mules, dan vinden we voor de max. iinstelfout 0.27 I 11"= 1",08, hetgeen op een afstand van 75 meter een afleesfout geeft van 0.4 mm. Waar m.i. de instelfout een toevallig karakter draagt en zeker niet groot is in vergelijking met de schattingsfout op de baak, is een verdere bespreking niet noodzakelijk. Opgemerkt moet nog worden, dat de gevoeligheid van het iniveau ten nauwste samenhangt met de lengte van de bel, die kleiner wordt bij temperatuurstijging, wat H" hoekwaarde niveau.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1932 | | pagina 22