110 toepassing' vain formule 2., tusschen die van 1. en 3. ligt. Dit is dan ook de reden, dat, mede in verband met de onderzoekingen van Reinhertz, Vogler e. a. omtrent de afleesfouten, bij waterpassingen 2e orde meestal als gewicht wordt genomen Bij de nauwkeurigheidswaterpassing van de stad Plauen (We ber Z. f. V. 1923) werd bij de gewichtsbepaling uit gegaan van de volgende betrekking m2 x2 s -)" /32 s2 -f- 72 h2 m totale fout, x toevallige fout, (3 fout wegens verzakking, y fout van de baak, s de afstand, h hoogteverschil. Hierbij wordt dus verband gelegd tusschen de m.f. en het gewaterpaste hoogteverschil, hetgeen natuurlijk juist is, als men geen correctie aanbreng't aan de waarnemingen voor de lengteverandering van de baken in verband met klimatologische invloeden en de aanwe zige fout in de baakverdeeling. Deze correctie is echter bij deze waterpassing wel aangebracht, zoodat de y (Lattenfe'hler) een andere grootheid moet zijn. Weber berekent deze y en vindt 0.03 mm per enkel gewa terpast hoogteverschil van 1 meter, zoodat wij met een gerust hart deze mogen verwaarloozen. Of we tenslotte deze aanwezig moeten achten, durf ik niet te beoordeelen. De verzakking kaïn nogal invloed uitoefenen. Jordan komt in Z. f. V. 1892 blz. 261 tot de conclusie, dat deze fout kan oploopen tot 1 mm per km en ook bij de stad Plauen berekent Weber een fout van ongeveer 1 mm per km. De bereikte nauwkeurigheid. Curiositeitshalve heb ik berekend de m.f. per enkele km waterpassing uit de verschillen tusschen heen- en L

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1932 | | pagina 25