1 s
14
S-I-v aL of v aL
gew.
en zoomede de normaalvergelijking
terwijl a werd gevonden uit
L2
LS
S
0;
L5
S
1 L»
-f 0.0003605
Na de A-toepassing werd uit de overgebleven
fouten v der 30 trekken de relatieve nauwkeurigheid
1
van N
10710 -+- 471
verkregen.
(Wordt veiwolgd).
L. F. L. Bergamin.
K. G. Hulla.
TRIANGULATIESTATIONS TE BATAVIA.
II. Stabiliteit, pijlerdraaiing.
In vervolg op het artikel in de vorige aflevering, waarin
de constructie van de te Batavia gebruikte triangulatie
stations werd beschreven, zal ik hier eenige mededeelingen
doen betreffende de stabiliteit van eenige dier punten.
In het bijzonder van de boompijlers, omdat deze nog
slechts weinig toepassing bij onzen dienst hebben ge
vonden.
De stabiliteit van den boompijler wordt bepaald door
zeer veel factoren, de boomsoort, de dikte, de hoogte, het
wortelstelsel, de grondsoort, de meer of minder tegen
weersinvloeden beschutte plaats, etc. Het is duidelijk dat
men op slechts enkele daarvan eenigen invloed kan uit
oefenen.
A
A