20
tusschen heen- en teruggang niet alle tennaastebij
gelijk zijn, doch, gerekend van de begininrichting
regelmatig afnemen.
Verder ziet men, dat door middeling van heen- en
teruggang alle richtingen zijn behept met een fout
|(2n' 1) t' a. Dit beteekent dus een oriënteering
van de geheele serie, welke echter door het ontbreken
van een vaste richting geen reëele beteekenis heeft;
m.a.w. door de middeling van heen- en teruggang
wordt de pijlerdraaiing geëlimineerd, als voldaan is
aan de voorwaarden a) en b).
Voor de tweede serie krijgt men:
(2 n" 1t" A 0" d,
(2 n" 3) t" A d2"
(2 n" 5) t" A 0" d3"
1 X t" A d"n"
Analoge vergelijkingen kunnen worden opgesteld
voor de volgende series van de groep. De differensen
d kunnen nu worden opgevat als indirecte waarne
mingen van de collimatiefout en de pijlerdraaiing.
Men heeft dus n' n" n(s' N waar
nemingsvergelijkingen, waarvan de algemeene vorm is:
De normaalvergelijkingen nemen een zeer eenvou-
digen vorm aan
a" x -J- n" z 1" (3)
a'"] x +n"'t [1"'] (4)
n' verg. v.d. vorma' ~f" *1 l'
n" a" 4' K 1"
n'" a" r 1"'
{[aa]}x-Ha']y [a"lz-Ha"]t {[all} (1)
a' x -f- n' y [1' (2)