26 De middelbare fout in de gewichtseenheid blijkt te zijn: md 3",74 dus de middelbare fout in de dubbele richting mr 1",87. Uit een normale stationsvereffening van dezelfde series wordt gevonden m'r 2",08 dus de „invloed" van systematische fouten is 1 7 2,082 1,872 0,"91. Hoewel op de andere boompijlers geen proefmetingen zijn verricht, 'heb ik getracht een idee te krijgen van hun stabiliteit door de richtingsmetingen, die werden uitgevoerd bij de driehoeksmeting op analoge wijze te behandelen. Het aantal richtingen per serie (gewoon lijk 6) is echter te gering en er zijn ook te weinig waarborgen voor de regelmatigheid van de metingen, om met voldoende zekerheid conclusies te trekken. Wel geven 6 stations (doerenboomen) evenals Soemoer- batoe (koekoenboom) eenige aanwijzingen voor nega tieve pijlerdraaiingalleen de metingen op het punt Roemer Visscher (kenariboom) wijzen op een tendenz voor positieve draaiing. Voor een volledig inzicht in de gedragingen van de boompijlers, het verband tusschen weersomstandig heden, temperatuursverloop etc. en pijlerdraaiing, zou men echter, zooals reeds is opgemerkt, de beschikking moeten hebben over zeer uitgebreid en doelmatig waarnemingsmateriaal Uit het voorgaande blijkt nochtans reeds vrij duidelijk, dat op de boompijlers van het hier gebruikte type de systematische draaiing, evenals de toevallige storingen, zelfs bij tamelijk onregelmatige metingen praktisch van weinig beteekenis zijn en ook op die gronden is het mooie resultaat van de secundaire triangulatiebere kening, (vereffening van negen punten tegelijk) n. 1. een middelbare fout in de dubbele richting m 2",2 niet onverwacht. Speciale metingen om de stabiliteit na te gaan van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1933 | | pagina 28