27 de pyramidesignalen, welke op 4 quartaire punten wer den geconstrueerd (zie mijn vorig artikel) zijn niet verricht, maar de talrijke projecteeringen, ten behoeve van de driehoeksmeting, bevattten voldoende gegevens voor een onderzoek. Telkens wanneer vanuit een der andere stations op een quartair punt is gericht, is n.l. een projecteering van de pyramide uitgevoerd, d.w.z. met behulp van een theodoliet werd het richtpunt geprojecteerd in het vlak van het centrum (i.e. op de begane grond) en daarna werden de centreerings- elementen direct bepaald. Door vergelijking van de gegevens van al deze projecteeringen kan men al op het oog eenige conclu sies trekken betreffende de stabiliteit van de pyrami- den, doc'h op eenvoudige wijze kan men een systema tisch onderzoek instellen. Wanneer bij overtollige waarnemingen onder normale omstandigheden grooter verschillen of groote verschillen in grooter aantal op treden dan in verband met de nauwkeurigheid van de instrumenten, de gevolgde methode en de bekwaamheid van den waarnemer te verwachten zijn, dan is het waarschijnlijk, dat de waargenomen grootheid niet constant is. Voor een onderzoek naar de veranderingen in die grootheid, kan men een nuttig gebruik maken van een principe, verdedigd door Happach (,,Aus- gleichsrechung nach der Methode der kl. Quadrate"). Theoretisch zou men de bedoelde waarnemingen niet mogen vereffenen volgens de methode der kleinste vierkanten doet men dit toch dan „waeren eben die errechneten Mittelwerte nicht die wahrscheinlichsten Werte" (Happach) inderdaad, want waar geen ze kerheid bestaat, dat de omstandigheden, die de veran deringen veroorzaken niet van moment tot moment wisselen, moet elke afzonderlijke waarneming geacht worden de waarschijnlijkste waarde te leveren op 'het tijdstip van meting. Ook is de berekende middelbare

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1933 | | pagina 29