K-en L.
BESCHOUWINGEN OVER DE UITGIFTE VAI
ZAKELIJKE RECHTEN TER OOSTKUST
VAN SUMATRA.
OVERWEGINGEN TOT INVOERING VAN EEN
Z. G. GRANTBELASTING.
Toen ik in een vorige aflevering van dit tijdschrift
schreef, dat grantrechten nog voorloopig niet zullen
verdwijnen, dank zij hun groote levensvatbaarheid,
heb ik daarmee niet tevens te kennen willen geven
deze rechten in bescherming te nemen. Het zal ieder
een wel duidelijk zijn, dat dergelijke grondrechten bij
lang-e na met in waarde overeenkomen met onze
westersche zakelijke rechten, ondanks het feit dat het
publiek vaak de voorkeur geeft aan een grantrecht
boven een zakelijk recht van westerschen aard. Dit
laatste vindt zijn oorzaak v.n. in het feit dat het
die
mate belast is als andere rechten op
recht niet in
grond.
Het is nu eenmaal een bekend feit, dat het gros der
granthouders zich weinig bekommert om zijn recht,
zoolang 'het naaf de zin gaat. Eerst bij grenskwesties
of kwesties van credietverleening wordt het geval
anders en eischt de granthouder voor zich de v'oor-
deelen op, die andere zakelijke rechten hebben. Dit is
nu ten eenenmale een onbillijke eisch. Wij kunnen het
recht niet dezelfde plaats geven, die andere zakelijke
rechten in ons credietverkeer innemen, hoe gewenscht
dit ook zou zijn. Men is immers gebonden aan den
juridischen aard van het rec'ht en rechtszekerheid
geeft het recht al betrekkelijk weinig. Verbetering
hierin aanbrengen, vooral met het oog op het crediet
verkeer, zou nijets dan een lapmiddel zijn en naar
kadastrale en juridische opvatting van te voren reeds
gedoemd tot volkomen onwaarde.
BlBL'-wT.